Maar het is toch goed bedoeld?
Als je een zichtbare beperking hebt wordt er op sommige dagen meerdere malen aan je gevraagd of je ergens mee geholpen wilt worden. Het lijkt soms wel of het meerdere dagen per jaar nationale hulpdag is. Alleen weet je nooit zeker op welke dag dat het plaatsvind. Op sommige dagen lijkt het wel of iedereen van deze "feestdag" op de hoogte is behalve ik.
Begrijp me niet verkeerd het is geweldig als mensen elkaar helpen, aan de ander denken en er voor elkaar zijn. Alleen is het zo jammer dat het net lijkt of je daar een zichtbare beperking voor moet hebben. Hoewel dat geen garantie is, want soms als je echt hulp nodig hebt, lijken mensen doof te zijn. Ik stel mezelf dan altijd gerust met de gedachte dat ze me vast niet gehoord hebben. Hoewel dat met die, vanaf de geboorte geïnstalleerde megafoonstem, erg knap is!
De mens zonder "zichtbare" beperking of zonder handicap, zo je wilt, vindt het maar lastig. Wanneer moet je nu te hulp schieten en wanneer niet?
Als ik als rolstoelgebruiker mijn advies mag geven, raad ik het volgende aan. Kijk 5 seconden of er werkelijk hulp geboden dient te worden, zo ja vraag, dan bij voorkeur."kan ik iets voor je / u doen?" Vaak zal je zien dat er dan helemaal geen hulp nodig is. Het geeft mij een fijn gevoel als ik merk dat ik mezelf kan redden zonder hulp van anderen. Dit zorgt voor meer zelfvertrouwen en eigenwaarde.
Een taxichauffeur vertelde mij eens dat het voor hem een vaak terugkerend dilemma is of hij zal vragen of zijn klant hulp nodig heeft of niet. Als je pech hebt, zo zei hij, dan wordt er geïrriteerd geantwoord met, "Ik kan het zelf wel hoor!" of erger. Terwijl anderen erg veel baat hebben bij een klein beetje hulp en dit juist heel erg kunnen waarderen.
In de tijd dat ik nog veelvuldig gebruik maakte van een rolstoeltaxi om mij van A naar B te vervoeren, kwam ik gehaast aangereden. Zoals zo vaak was ik weer eens aan de late kant was. Ik maakte een wheely om voorwaarts met mijn rolstoel van de stoeprand af te springen. Net op het moment dat ik op mijn achterwielen balanceer, grijpt de buschauffeur die al een tijdje op mij stond te wachten de achterkant van mijn rolstoel beet, met de bedoeling mij te helpen. Echter juist hierdoor raakte ik in disbalans en kwamen mijn voorwielen op de grond, voordat mijn achterwielen de stoep hadden verlaten. Met alle gevolgen van dien. Ik viel voorover met stoel en al. Ondanks deze val, ben ik er met de jaren niet lelijker op geworden. (;
Voor mij is dit voorbeeld een van dé redenen waarom ik geen permanente duwstangen op mijn rolstoel heb gemonteerd. Ook rij ik standaard net iets harder door de stad en op mijn werk, dan de gemiddelde mens loopt. Zo onderdruk je de reflex van veel mensen om je te gaan zien als kwetsbaar en hulpbehoevend. Ben je sneller dan men verwacht, dan krijg je gratis bewondering en heb je vanzelfsprekend geen hulp meer nodig. Bovendien is het nog goed voor de conditie ook. Daarnaast helpt een lach op je gezicht (mag ook nep zijn) bijzonder goed. Het zorgt er voor dat je minder of zelfs helemaal niet als kwetsbaar / zielig wordt gezien.
"Maar soms willen mensen je toch gewoon helpen en is het echt goed bedoeld en staat het volkomen los van je beperking" zei mijn moeder tegen mij. “Stel jij houdt de deur voor mij open, dan doe je dat toch omdat je me aardig vindt en niet omdat je er vanuit gaat dat ik het niet zelf kan? “ Tja daar heb je een punt dacht ik.
Toch blijf ik het lastig vinden. Ik krijg vaak het gevoel dat sommige mensen het vooral doen omdat ze er zelf een goed gevoel van krijgen. Al weet ik ook wel dat dit een keihard oordeel is, dat op geen enkele wijze vast staat. Eigenlijk vind ik het wel een beetje gemakkelijk en soms zelfs ronduit ondankbaar van mezelf. Worden we geholpen, worden we een keer niet over het hoofd gezien, gaan we een potje lopen zeiken over het feit dat een wildvreemde ons hulp aanbiedt. Eigenlijk best tegenstrijdig. Hoe langer ik er over nadenk hoe dankbaarder ik ben voor de hulp die ik van mensen heb mogen ontvangen.
Een recent en mooi voorbeeld vind ik toen een oud vrouwtje met een rollator vroeg of ze mij kon helpen met het uitladen van mijn rolstoel uit mijn auto. Ik was zo druk bezig dat ik niet meteen opkeek en merkte aan mezelf dat ik juist zo aan het genieten was dat het me ondanks deze lastige parkeerplaats toch zelf lukte om mijn achterwielen aan mijn rolstoel te klikken terwijl op het zelfde moment mijn voorwielen muurvast zaten in de goot. Daardoor leek het net of ik mijn hoofd tussen mijn achterwiel en het frame van mijn rolstoel wilde steken alsof het een tosti-ijzer was.
Ik keek op en zag een oud vrouwtje niet al te stabiel, licht voorover gebogen, achter haar rollator staan. Ze lachte vriendelijk naar me. Het was te makkelijk om alleen maar te zeggen: “ nee dank u wel!” Ik was echt geraakt door haar aanbod. Er viel een stilte. Ik dacht in een flits, als dit lieve oude menske mij gaat helpen, kan ik haar daarna weer helpen om van de grond te komen. Ik moest grinniken door het beeld in mijn hoofd. Ik keek op en lachte haar triomfantelijk en met glimmende ogen toe en zei. “Wat lief van u, het hoeft niet, maar het mag wel!” Terwijl ik mijn rolstoel verder in elkaar zette hebben we samen nog even van het mooie weer genoten en heb haar een fijne wandeling toegewenst.
Ik ben zelden zo goed geholpen door iemand, want vanaf deze dag waardeer ik steeds meer en meer de hulp die mensen mij aanbieden. Zelfs voor de hulp die ik aangeboden krijg voor de dingen die ik met veel trots zelf kan. Misschien wel juist door dit gevoel van trots zijn op mijn eigen zelfstandige manier van leven, vergeet ik goedbedoelde hulp te waarderen. Dit zou voor mij wel is waar kunnen zijn.
Dus mocht je me tegen komen en me graag willen helpen dan zou het kunnen zijn, dat je het volgende antwoord krijgt.
“Het hoeft niet, maar het wordt wel gewaardeerd.”